kazoo maken (of feesttoeter) van (pvc) buis

Zelf je eigen feesttoeter of kazoo maken! Altijd leuk om thuis of in de klas te doen. Jaha, op de basisschool is dit gegarandeerd een succes! Of als workshop/ muzikaal creatieve activiteit bij jouw club, kerk of scouting groep.

We gaan het wel een beetje serieus aanpakken. Geen kinderachtige instrumentjes van wc rollen ofzo. Niet de zoveelste knutselactiviteit. Nee, aan de slag met lekker stevig materiaal (pvc buis) en echt gereedschap. Technisch werk dus!

Hoezo een kazoo of feesttoeter máken? Die zijn toch gewoon te koop.

Kom op zeg hé! Zelf maken is toch veel leuker! En zo’n zelfgemaakt muziekinstrument kun je helemaal persoonlijk maken voor jouw feestje.

Dan wordt het zomaar een voetbaltoeter of een koningsdagtoeter of een verjaardag toeter of een weet ik veel wat voor kampioenschap toeter…

Een zelfgemaakte kazoo/ feesttoeter doet het zeker zo goed als zo eentje die je in de winkel koopt en hij hoeft nagenoeg niks te kosten. Ook fijn!

Hoe werkt zo’n toeter dan?

Dat is heel simpel. Als je een liedje neuriet, moet je maar eens aan je keel voelen. Je voelt het trillen. Met je stem maak je dus trillingen. In een kazoo zit altijd iets van een dun velletje plastic. Dat gaat dan meetrillen met je stemgeluid en dat geeft dat typische “buzzende” trompetterige geluid.


Of bekijk mijn verhaal over de creatieve muziekopdracht voor de bovenbouw van de basisschool eens.
De video die daar bij hoort, heb ik bewerkt tot een short en dan precies het stukje met mijn oranje gekleurde feesttoeter.

Benodigde tijd: 30 minuten

Hoe maak je een kazoo en daar weer een feesttoeter van: stappenplan.

  1. Zorg dat je alle spullen die je nodig hebt om je kazoo te maken, bij elkaar hebt.

    Dat zijn: pvc buis, stukje dun plastic folie (boterhamzakje of vershoudfolie), elastiekje, plakband voor de versierspullen (papier, karton, of plastic voor een vlaggetje of allerlei gekleurde touwtjes, kijk maar.) foto van benodigdheden bij kazoo maken

  2. Zaag, hak, snij of knip je pvc buis op de lengte die je wilt.

    Als je er een echte feesttoeter van wil maken, heb je wel iets van 30 cm nodig. Als je het nóg gekker wil maken, met allerlei bochten ofzo, dan zou ik wel richting 60 cm of zelfs een meter gaan.

    Als je een zaag gebruikt, krijg je altijd een wat ruwe kant. Met een helft van de schaar kun je dat weer glad maken. Kun je beschikken over een echte pvc buizen knipper, dan krijg je altijd een gladde snijkant.

  3. Folie met een elastiekje er op doen

    Je neemt een niet te klein stukje folie. legt dat over 1 kant van de buis en bindt je elastiekje er net zo vaak omheen dat de folie vast zit.

    Duw er voorzichtig met je duim in zodat er wat rimpels ontstaan i.p.v. dat het helemaal strak zit. Dan doet hij het beter. De andere kant moet je aan je mond zetten om er in te zoemen. Als het goed is, gaat de folie meetrillen.plastic folie met elastiekje om pvc buis gebonden

  4. Versieren maar.

    Plak er van alles aan vast wat jij mooi vindt! Een vlag of een handvat. Een kegel om het uiteinde maak je van een halve cirkel karton of ander stevig spul. De punt moet je er dan ook vanaf knippen om hem om je buis heen te doen.

  5. Kazoo, feesttoeter is klaar. Toeteren maar.

    Maak er een feest van! Laat maar weten of het goed gelukt is. Dit is mijn exemplaar. afbeelding: kazoo, feesttoeter is klaar.


Zou je jouw club of schoolklas wel een workshop “feesttoeter, kazoo maken” gunnen? Dat kan ik voor je doen en de nodige materialen en gereedschappen kan ik ook meenemen!

Word ook supporter. Maak me blij!

Maat en ritme en de beat: Muziekles bovenbouw basisschool


Maat en ritme? Huhh, waar heeft u het over?! Beat? Wat is dat?

In elk geval bedankt voor de goede vragen en je respectvolle toon. En ja, best nog lastig uit te leggen allemaal. Ik ga mijn best doen!

Deze les/ workshop of hoe je dit verhaal ook maar noemen wilt, kun je heel goed gebruiken/ heb je nodig bij de creatieve muziekopdracht die ik hiervoor geschreven heb.

Maat en ritme en dan ook nog de beat. Poging tot uitleg deel 1.

Dan begin ik gelijk maar met de lastigste: de beat.

Het woord “beat” betekent eigenlijk slag of slaan. In de muziek denk je dan al gauw aan een slaginstrument of een drumstel. Dat is eigenlijk een verzameling slaginstrumenten die lekker handig bij elkaar staan en door 1 persoon, met handen en voeten, bespeeld kan worden.

Zo’n drummer maakt meestal een tamelijk vast patroon van verschillende (drum)geluiden die goed passen bij een liedje. Zo’n vast drumpatroon, wat telkens herhaald wordt, noem je de beat van een liedje.

Zonder een compleet drumstel kun je ook een beat maken. Denk maar aan veel hiphop en edm muziek waarin beats met de computer gemaakt worden. Maar het gaat zeker ook lukken met een Cajon (zo’n trommelkist) of zelfs een flinke emmer en een paar stukken bezemsteel of verzin zelf nog 10 andere mogelijkheden.

Oké, een paar nog dan die ik er uit wil lichten: beatboxen (mondgeluiden) en body percussie (trommelen op je lijf). Daar zijn echt heel coole filmpjes van. Super leuk om te bekijken maar wat ze hier eventjes voor staan te doen is eigenlijk best wel ingewikkeld. En het is meer een wedstrijd om zo stoer mogelijk te doen. Deze beats laten zich niet echt gebruiken om een liedje te begeleiden.


Uitleg deel 2: de maat.

Links 2, 3, 4! Links 2, 3, 4! Ik zie mezelf nóg marcheren. Dienstplichtig soldaat van Zoelen…. Liep me daar zo’n sergeant te brullen hoe je in de maat moest lopen. In de maat. Daar heb je het al. Je liep dan met z’n allen in een vaste cadans. Allemaal tegelijk. Sommige van die grapjassen begonnen er ook nog een liedje bij te zingen, precies op de maat….

Zo’n vaste cadans of puls waar je bv op kan marcheren of misschien wel dansen, heet in de muziek de maat.

Een maat in opgeschreven muziek is eigenlijk zoiets als een tijdbalk. Maar dan een hele korte. Eentje van een paar tellen. Heel vaak is dat 4 tellen. Het kan ook 2 of 3 of 6 tellen zijn of nog iets anders. Dat hangt van het liedje af. Welke onderliggende cadans of tel het heeft.

In een liedje plak je eigenlijk een heleboel van die tijdbalkjes of maten achter elkaar. Dus: een vast aantal tellen en dat herhaal je dan zoveel keer bv 12. Je zegt dan dat het liedje uit 12 maten bestaat.


Uitleg deel 3: Ritme.

Ritme heeft alles te maken met korte en lange klanken of tonen. Zo kun je in 1 maat van 4 tellen heel goed een serie hele snelle klanken afwisselen met weer langer klinkende tonen. Als je maar wel zorgt dat ze bij elkaar net zo lang duren als de 4 tellen van die maat.

Voorbeelden van maat en ritme ofwel “beats”:

Ik heb 11 beats gemaakt als voorbeeld. Ze hebben allemaal 4 maten van ieder 4 tellen. Die maten vul ik dan met verschillende ritmes. daarbij gebruik ik voor het gemak 2 verschillende drumgeluiden.

De ideetjes hieronder zijn gemaakt met het notenschrijf-programma: TablEdit. Je kan mijn bestandje: boom tak workshop daarmee openen. Dan moet je wel het gratis leesprogramma Tefview downloaden. Hoe dat werkt kun je zien op mijn pagina over TABS en Noten.

Ik heb er ook een schermvideo van gemaakt. Daar heb ik de beats nog wat aangevuld met gitaar, elektrische gitaar, ukelele en mandoline. Soms speel ik precies met het ritme mee. Soms gaan de gitaar, mandoline en ukelele er juist tegenin.


Beats met bomen en takken.

Eerste een laag geluid. Een diepe drum. Stel je maar zoiets voor als een stuk uitgeholde boomstam. Deze klank noem ik “boom”. Als je vooral de “b” en de “m” uitspreekt vlakbij een microfoon krijg je al een beatbox geluid: B**m wordt het dan.

afbeelding bij maat en ritme en beat lage noot

De lage drumklank “boom” schrijf ik met een muzieknoot die laag aan de notenbalk getekend is. En dan gaat het om het bolletje van de noot.

Een notenbalk is zo’n regel van 5 horizontale lijntjes boven elkaar.

Zo’n noot met een dichtgekleurd bolletje en een steeltje eraan krijgt 1 tel. Het steeltje of de stok van de noot kan omhoog of omlaag getekend zijn. Maakt allemaal niets uit.

Het gaat er dus niet om of dit nu een G of en F of wat dan ook voor een noot is. Het gaat om de lengte van de noot en die is 1 tel (dichte noot met stok) en dat hij “laag” is.



Het 2e geluid is een hoge klank. Die noem ik “tak”. Denk aan de scherpe klank van een afbrekende tak. Ook hier kun je vooral de letters “t” en “k” uitspreken om een beatbox geluid te maken: T*K wordt het dan.

Je zou voor “boom” iedere andere donkere, lage klank kunnen kiezen en voor “tak” een scherpe hoge klank. Bv een klap met je vlakke handen op je lijf als “boom” en een klap in je handen voor “tak”. Dan krijg je een eenvoudige vorm van body percussion.


afbeelding bij maat en ritme en beat. Tak is hoge noot.

De noot die ik voor de hoge klank “tak” gebruik zit vrij hoog aan de notenbalk. Hij is ook dichtgekleurd en hij heeft een stok dus ook deze noot krijgt 1 tel.





Maat en ritme voorbeeld beat 1:


Het is een vrij “recht toe recht aan” beat met weinig ritmische variatie er in. Prima te gebruiken voor stevige nummers die niet al te ingewikkeld moeten klinken. Neem b.v. Losing my religion van REM
hier als ukelele play along.

Voorbeeld beat 2:

afbeelding ritmes "bomen"

Bij deze beat krijg je telkens 2 snelle noten in de tijd van een tel. Dichtgekleurde noten met stok die aan elkaar zitten met een soort dak. Waardestreep heet dat. Dat betekent dat het snelle noten zijn van ieder een halve tel.

Ze zitten laag aan de notenbalk. Dus 2 snelle lage klanken. Ik noem ze “bomen”.

afbeelding ritme "bomen tak"

Deze had je al herkend van “We will, we will rock you!” Er zit al een beetje meer ritmische variatie in.


Voorbeeld maatindeling 3:

afbeelding bij maat en ritme "takken" 2 snelle hoge noten.

Bij maat en ritme voorbeeld 3 krijg je 2 hoge snelle noten in 1 tel. Het enige verschil met de “bomen” is dat deze noten hoog aan de balk zitten.

De stokken staan hier omlaag getekend en daardoor wordt de waardestreep meer een soort vloer i.p.v. een dak. Maakt allemaal niks uit. Gewoon 2 snelle hoge klanken van ieder 1/2 tel. Bij elkaar dus 1 hele tel en ik noem ze “takken”.


afbeelding ritme "boom takken"

In country muziek kom je dit ritme veel tegen.
Gek genoeg kun je het ook toepassen als je meer een reggae sfeer wil maken.


maat en ritme idee 4:

afbeelding met lage en hoge kwartnoot: "tak bo"





Bij maat en ritme voorbeeld 4 krijg je weer 2 snelle noten in 1 tel maar dan 1 hoge (tak) en 1 lage (bo). Omdat het wat netter staat zijn hier allebei de stokken omhoog getekend want ja, die waardestreep (het “dak”) moest er nog aan getekend worden om aan te geven dat het 2 snelle noten zijn.




afbeelding ritme "bomen takbo"

Met een beetje muzikale fantasie kun je hier een ouderwetse “rock and roll” beat in horen.

Een variatie hierop is deze:


Beat voorbeeld 5:

afbeelding beat: "boom tak bo boom tak"


Zoals je ziet staat er in plaats van “bo-men” alleen nog maar “boom”. Een kleine versimpeling, zou je zeggen maar toch geeft deze beat een behoorlijk ander gevoel.


maat en ritme idee 6 met “rust”:

afbeelding kwart rust bij maat en ritme


Op de plaats rust! klonk het. Bij dit maat en ritme verhaaltje komt toch mijn militaire diensttijd weer om de hoek kijken. Dan is het toch nog ergens goed voor geweest.

Officieel heet dit teken een “kwart rust”
Een rust teken zoals dit gekke ding hier, betekent 1 tel stilte in de muziek. Om niet uit je timing te raken, kun je hier een kleine “schijnbeweging” doen. (Net niet raak, in je handen klappen of een tik in de lucht geven i.p.v. op een drum, zoiets.)



afbeelding bij maat en ritme en beat met rust

Ritme idee 7 met halve tel rust:

afbeelding achtste rust

Dit apparaat heet dan officieel een achtste rust. In ons voorbeeld is dat een halve tel stilte. je kan hem zetten i.p.v. “bo” (de eerste of tweede helft van “bomen”) of “ta” (de eerste of 2e helft van “takken”). In de notenbalk van 4 tellen is dat duidelijker.

afbeelding idee met kwartnoten achtste noten en achtste rust

Het is eigenlijk maar een klein verschil met beat 1. je zou ook kunnen zeggen dat de eerste helft van voorbeeld 3 een beetje omgebouwd is en dat daar de 2e helft van voorbeeld 1 aan vast geplakt zit.

Wel een totaal ander gevoel. Meer iets van een hiphop sfeer.

afbeelding losse achtste noten hoog

Vergeet ik nog te vertellen wat zo’n noot met zo’n wimpel er aan is. Dat is niet zo bar ingewikkeld. Dat zijn ook snelle noten van een halve tel per stuk. Meestal, als het er 2 of meer zijn, doen ze dat met zo’n “waardestreep” zeg maar een dak of een vloer. Maar het mag ook met van die vlaggetjes.

Als je één los staande snelle noot hebt b.v. met een korte stilte ervoor of er achter, dan gebruik je zo’n vlag aan de noot.

afbeelding met 2 lage losse achtste noten met vlaggen

En ja, van die vlag of wimpel noten kunnen ook laag aan de balk zitten. Dan zien ze er zó uit. Ook hier geldt dat je ze meestal met een “dak” schrijft als het er 2 of meer bij elkaar zijn. Bij 1 los staande snelle noot gebruik je de vlag.



Een ander maat, ritme idee met van die halve-tel-rusten en vlag-noten (zowel hoog als laag) is dit. Vergeet de schijnbeweging niet op de halve tel rust!


Voorbeeldje 8:

ritme voorbeeld met 2 achtste rusten


Bonus beats of nog wat extra maat en ritme ideeën:

Bij de volgende maat en ritme ideeën wordt het nog wat ingewikkelder. Ik raakte een beetje uitgekakt met alleen de takken en bomen. Daarom zijn er nog wat toffe peertjes en andere ritmische woorden bij gekomen. Zie het maar als bonus voorbeelden.

Met wat we tot nu toe gehad hebben kan je al heel wat verschillende beats maken. Oké, je bent verder gegaan met lezen dus je gaat voor de bonus! Nou, hou je vast.

afbeelding ritme: triool laag moffeltje

Dit is een groepje van 3 nog snellere noten met een 3-tje erboven. Ze passen met zijn drieën precies in 1 tel. Een triool heet dat in de officiële muziek-kretologie.
Aan mijn ritme woord “mof-fel-tje” kun je horen dat ze wat lager klinken. Ze zitten laag aan de balk dus staan ze voor een laag geluid.

afbeelding bij maat en ritme triool hoog "appeltje"

Dit is dan natuurlijk ook zo’n triool maar dan hoog. Daarom heb ik voor het ritme woord “ap-pel-tje” gekozen. Het 3-tje zit nu aan de onderkant. Maakt niets uit. Het zijn gewoon 3 behoorlijk snelle, hoge noten die in 1 tel passen.



(bonus) Beat 9 met triolen:

afbeelding maat en ritme met lage en hoge triolen "moffeltje appeltje"

Je zou ook terug kunnen denken aan je tijd bij de kleuters en het liedje “Olleke Bolleke”. Dat zijn in feite ook triolen. In wat langzamere rock balads komt dit ritme ook voor.


(bonus) ritme idee 10 met boogjes:

afbeelding bij maat en ritme en beat: triool met boogje: swing ritme.

Nog een lage triool maar nu zit er weer een boogje getekend tussen de eerste 2 noten. Dat betekent dat die 2 nu “aan elkaar zitten”. Dan bedoel ik hoe lang ze duren. “Tof-” moet je gewoon iets langer aanhouden dan “fe”. De lengte van de middelste noot wordt aan de eerste noot geplakt. Denk, in je hoofd maar zoiets als “tohof-fe” Je krijgt dan een soort “huppel”-pasje.

afbeelding bij maat en ritme triool met boogje hoog

Dit is dan natuurlijk ook zo’n triool met boogje maar dan hoog. Daarom heb ik voor het ritme woord “peer-tje” gekozen. Ook hier spreek je “peer-” wat langer uit dan “tje”. Denk maar “peeheer-tje” om het goede huppelpasje te krijgen.

voorbeeld met triolen en bogen: toffe peertje

Dit ritme klinkt swingend. Veel ragtime, jazz en blues muziek heeft het.


(bonus) maat indeling voorbeeld 11, nog snellere noten:

ritmisch voorbeeld 16e noten "mollenpoten"

Nog sneller? Echt? Als je dat persé wilt, kan dat. Hier heb je 4 noten met een dubbele waardestreep. Die gaan nog eens 2 keer zo snel als noten met 1 waardestreep. Er passen er 4 van in 1 tel. Het zijn lage noten dus ik bedoel hier een serie lage klanken mee.

ritmevoorbeeld 16e noten hoog "beukenoten"

En hier heb je dus 4 snelle hoge noten. Ook deze 4 passen weer in 1 tel. Razendsnel dus!

ritmisch idee met lage en hoge 16e noten


Oei! nu zijn de noten en poten opeens nootjes en pootjes geworden. Maar voor het ritmische idee maakt dat geen fluit uit.



Nog tachtigduizend andere mogelijkheden…

Met de ideeën in dit verhaal kun je nog veel meer verschillende beats bedenken. Als je meer ritmische geluiden gaat gebruiken en nog meer verschillende lengtewaarden van de noten of juist de rusten, zijn de mogelijkheden eindeloos!

En toch kun je met een simpele “boom-tak” beat en eventueel nog wat andere muziekinstrumenten heel effectief een liedje begeleiden. En daar gaat het om!